Übersicht
Deutsch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. vereinen:
  2. Wiktionary:


Deutsch

Detailübersetzungen für vereinen (Deutsch) ins Niederländisch

vereinen:

vereinen Verb (vereine, vereinst, vereint, vereinte, vereintet, vereint)

  1. vereinen (zusammenfügen; kombinieren; vereinigen; )
    samenvoegen; combineren; bijeen voegen
    • samenvoegen Verb (voeg samen, voegt samen, voegde samen, voegden samen, samengevoegd)
    • combineren Verb (combineer, combineert, combineerde, combineerden, gecombineerd)
  2. vereinen (zusammenfügen; koppeln; verbinden; )
    verbinden; koppelen; samenkoppelen
    • verbinden Verb (verbind, verbindt, verbond, verbonden, verbonden)
    • koppelen Verb (koppel, koppelt, koppelde, koppelden, gekoppeld)
    • samenkoppelen Verb (koppel samen, koppelt samen, koppelde samen, koppelden samen, samengekoppeld)

Konjugationen für vereinen:

Präsens
  1. vereine
  2. vereinst
  3. vereint
  4. vereinen
  5. vereint
  6. vereinen
Imperfekt
  1. vereinte
  2. vereintest
  3. vereinte
  4. vereinten
  5. vereintet
  6. vereinten
Perfekt
  1. habe vereint
  2. hast vereint
  3. hat vereint
  4. haben vereint
  5. habt vereint
  6. haben vereint
1. Konjunktiv [1]
  1. vereine
  2. vereinest
  3. vereine
  4. vereinen
  5. vereinet
  6. vereinen
2. Konjunktiv
  1. vereinte
  2. vereintest
  3. vereinte
  4. vereinten
  5. vereintet
  6. vereinten
Futur 1
  1. werde vereinen
  2. wirst vereinen
  3. wird vereinen
  4. werden vereinen
  5. werdet vereinen
  6. werden vereinen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde vereinen
  2. würdest vereinen
  3. würde vereinen
  4. würden vereinen
  5. würdet vereinen
  6. würden vereinen
Diverses
  1. verein!
  2. vereint!
  3. vereinen Sie!
  4. vereint
  5. vereinend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Übersetzung Matrix für vereinen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bijeen voegen Zusammenbringen; Zusammenfügen
koppelen Ankuppeln
verbinden verbinden
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bijeen voegen aneinanderreihen; kombinieren; koppeln; kuppeln; verbinden; vereinen; vereinigen; verketten; zusammenfügen; zusammenlegen
combineren aneinanderreihen; kombinieren; koppeln; kuppeln; verbinden; vereinen; vereinigen; verketten; zusammenfügen; zusammenlegen aneinanderreihen; kombinieren; koppeln; zusammenfügen; zusammenlegen
koppelen aneinanderreihen; fügen; knüpfen; koppeln; kuppeln; verbinden; vereinen; vereinigen; verketten; verkuppeln; zusammenfügen; zusammenlegen Link; Verknüpfen; andocken; aneinanderkuppeln; aneinanderreihen; einlegen; ketten; koppeln; verketten; verknüpfen; zuordnen; zusammenfügen
samenkoppelen aneinanderreihen; fügen; knüpfen; koppeln; kuppeln; verbinden; vereinen; vereinigen; verketten; verkuppeln; zusammenfügen; zusammenlegen
samenvoegen aneinanderreihen; kombinieren; koppeln; kuppeln; verbinden; vereinen; vereinigen; verketten; zusammenfügen; zusammenlegen aneinanderreihen; ketten; verketten; verknüpfen; zusammenfügen
verbinden aneinanderreihen; fügen; knüpfen; koppeln; kuppeln; verbinden; vereinen; vereinigen; verketten; verkuppeln; zusammenfügen; zusammenlegen anbinden; aneinanderkuppeln; aneinanderreihen; anketten; anknöpfen; anlegen; befestigen; binden; dokumentieren; festbinden; festhalten; festknöpfen; festknüpfen; festmachen; heften; ketten; knoten; schnüren; verankern; verbinden; verketten; verknoten; zusammenbinden; zusammenfügen
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
koppelen Kopplung; Verlinkung
samenvoegen Zusammenführung

Synonyms for "vereinen":


Wiktionary Übersetzungen für vereinen:

vereinen
verb
  1. afzonderlijke delen tot één geheel maken

Cross Translation:
FromToVia
vereinen verenigen combine — have two or more things or properties that function together
vereinen verenigen; eenmaken unify — cause to become one
vereinen verenigen unite — to come or bring together as one